Informatie over het woord omkijken (Nederlands → Esperanto: rigardi malantaŭen)

Synoniem: achteromkijken

Woordsoort	werkwoord
Uitspraak	/ˈɔmkɛi̯kə(n)/
Afbreking	om·kij·ken

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijd	Verleden tijd
(ik) kijk om	(ik) keek om
(jij) kijkt om	(jij) keek om
(hij) kijkt om	(hij) keek om
(wij) kijken om	(wij) keken om
(jullie) kijken om	(jullie) keken om
(gij) kijkt om	(gij) keekt om
(zij) kijken om	(zij) keken om
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijd	Verleden tijd
(dat ik) omkijke	(dat ik) omkeke
(dat jij) omkijke	(dat jij) omkeke
(dat hij) omkijke	(dat hij) omkeke
(dat wij) omkijken	(dat wij) omkeken
(dat jullie) omkijken	(dat jullie) omkeken
(dat gij) omkijket	(dat gij) omkeket
(dat zij) omkijken	(dat zij) omkeken
Gebiedende wijs
Enkelvoud/Meervoud	Meervoud
kijk om	kijkt om
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoord	Verleden deelwoord
omkijkend, omkijkende	(hebben) omgekeken

Voorbeelden van gebruik

Een van hen keek om, zag ons komen en stelde de anderen daarvan op de hoogte.

Toen hij omkeek, waren ze nog altijd niet in het zicht, maar hij begreep wel dat het niet lang meer kon duren of ze zouden op hem gaan winnen.

Vertalingen

Duits	umsehen; sich umsehen
Esperanto	rigardi malantaŭen