Informatie over het woord toezien (Nederlands → Esperanto: rigardi)

Synoniemen: kijken, toekijken, uitkijken, zien

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈtuzin/
Afbrekingtoe·zien

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) zie toe(ik) zag toe
(jij) ziet toe(jij) zag toe
(hij) ziet toe(hij) zag toe
(wij) zien toe(wij) zagen toe
(jullie) zien toe(jullie) zagen toe
(gij) ziet toe(gij) zaagt toe
(zij) zien toe(zij) zagen toe
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) toezie(dat ik) toezage
(dat jij) toezie(dat jij) toezage
(dat hij) toezie(dat hij) toezage
(dat wij) toezien(dat wij) toezagen
(dat jullie) toezien(dat jullie) toezagen
(dat gij) toeziet(dat gij) toezaget
(dat zij) toezien(dat zij) toezagen
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
zie toeziet toe
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
toeziend, toeziende(hebben) toegezien

Voorbeelden van gebruik

Laat iedereen goed toezien.

Vertalingen

Afrikaanskyk
Catalaansesguardar; mirar
Duitsblicken; schauen; zuschauen; zusehen; sehen
Engelslook; see
Esperantorigardi
Faeröerseygfara; hyggja at; líta at
Finskatsella
Fransregarder
Italiaansguardare
Jamaicaans Creoolsluk; luk pan
Jiddischקוקן
Kabylischmmuqqel
Latijnspectare
Luxemburgskucken
Maleislihat
Nederduitskyken
Papiamentswak; weita; weta
Poolspatrzeć
Portugeesmirar; observar; olhar
Russischглядеть; посмотреть; смотреть
Saterfriesbekiekje; bekiekje; betrachtje; kiekje; küürje; öögje; ounkiekje; ounkiekje; sjo; toukiekje
Schotsluik
Schots-Gaelischamhairc; coimhead; seall
Spaansmirar
Srananluku; waki
Swahili‐tazama
Thaisดู; มอง
Turksbakmak
Westerlauwers Friesachtenearje; achtsje
Zweedsbeskåda; kika; skåda; titta