Informo pri la vorto kijken (nederlanda → esperanto: rigardi)

Sinonimoj: toekijken, toezien, uitkijken, zien

Vortspecoverbo
Prononco/ˈkɛi̯kə(n)/
Dividokij·ken

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) kijk(ik) keek
(jij) kijkt(jij) keek
(hij) kijkt(hij) keek
(wij) kijken(wij) keken
(jullie) kijken(jullie) keken
(gij) kijkt(gij) keekt
(zij) kijken(zij) keken
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) kijke(dat ik) keke
(dat jij) kijke(dat jij) keke
(dat hij) kijke(dat hij) keke
(dat wij) kijken(dat wij) keken
(dat jullie) kijken(dat jullie) keken
(dat gij) kijket(dat gij) keket
(dat zij) kijken(dat zij) keken
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
kijkkijkt
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
kijkend, kijkende(hebben) gekeken

Uzekzemploj

De barman kwam naar het raam en keek naar buiten.
Ze twijfelde er niet aan of hij kon door muren kijken als hij dat wilde.
Cleci ging naar de open deur en keek de nauwe straat in.
Ze liep naar de badkamer en keek in de spiegel.

Tradukoj

afrikansokyk
anglalook; see
esperantorigardi
feroaeygfara; hyggja at; líta at
finnakatsella
francaregarder
germanablicken; schauen; zuschauen; zusehen; sehen
hispanamirar
italaguardare
jamajka-kreolaluk; luk pan
jidaקוקן
kabiliammuqqel
katalunaesguardar; mirar
latinospectare
luksemburgiakucken
malajalihat
okcidenta frizonaachtenearje; achtsje
papiamentowak; weita; weta
platgermanakyken
polapatrzeć
portugalamirar; observar; olhar
rusaглядеть; посмотреть; смотреть
saterlanda frizonabekiekje; bekiekje; betrachtje; kiekje; küürje; öögje; ounkiekje; ounkiekje; sjo; toukiekje
skotaluik
skota gaelaamhairc; coimhead; seall
surinamaluku; waki
svahilo‐tazama
svedabeskåda; kika; skåda; titta
tajaดู; มอง
turkabakmak