Informatie over het woord drive (Engels → Esperanto: konduki)

Synoniemen: bring, channel, conduct, guide, lead, show, wage, usher

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/dɹaɪ̯v/
Afbrekingdrive
Shaw‐alfabet𐑛𐑮𐑲𐑝

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(I) drive(I) drove
(thou) drivest(thou) drovest
(he) drives, driveth(he) drove
(we) drive(we) drove
(you) drive(you) drove
(they) drive(they) drove
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(I) drive (I) drove
(thou) drive(thou) drove
(he) drive(he) drove
(we) drive(we) drove
(you) drive(you) drove
(they) drive(they) drove
Gebiedende wijs
drive
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
drivingdriven

Vertalingen

Afrikaanslei
Catalaansconduir
Deensføre
Duitsführen; leiten; geleiten
Esperantokonduki
Faeröersføra; leiða
Fransaboutir; conduire; diriger; mener
Grieks (Oudgrieks)ἄγω
Latijnducere
Maleispimpin
Nederduitsleyden
Nederlandsbrengen; geleiden; leiden; voeren
Poolsprowadzić
Portugeesconduzir; guiar; levar
Roemeensconduce
Russischвести
Saterfriesfiere; laitje; länkje; leede
Spaansconducir
Thaisนำ; นำมา; พามา; พา
Tsjechischdirigovat; řídit; vést; vodit
Westerlauwers Friesliede; bringe
Zweedsföra