Information about the word reserveren (Dutch → Esperanto: rezervi)

Synonym: openhouden

Part of speechverb
Pronunciation/rezɛrˈverə(n)/
Hyphenationre·ser·ve·ren

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) reserveer(ik) reserveerde
(jij) reserveert(jij) reserveerde
(hij) reserveert(hij) reserveerde
(wij) reserveren(wij) reserveerden
(jullie) reserveren(jullie) reserveerden
(gij) reserveert(gij) reserveerdet
(zij) reserveren(zij) reserveerden
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) reservere(dat ik) reserveerde
(dat jij) reservere(dat jij) reserveerde
(dat hij) reservere(dat hij) reserveerde
(dat wij) reserveren(dat wij) reserveerden
(dat jullie) reserveren(dat jullie) reserveerden
(dat gij) reserveret(dat gij) reserveerdet
(dat zij) reserveren(dat zij) reserveerden
Imperative mood
Singular/PluralPlural
reserveerreserveert
Participles
Present participlePast participle
reserverend, reserverende(hebben) gereserveerd

Usage samples

Er dienen acht kamers voor ons gereserveerd te zijn.

Translations

Catalanreservar
Englishreserve
Esperantorezervi
Faeroeseleggja burturav; skila til
Frenchréserver
Germanreservieren; vorbehalten; zurückbehalten
Greekαγκαζάρω
Italianriservare
Polishrezerwować
Portugueseguardar; reservar
Saterland Frisianfoarbehoolde; reservierje
Spanishconservar; reservar
Thaiจอง; ไว้; จอง…ไว้