Informatie over het woord terugzien (Nederlands → Esperanto: revidi)

Synoniem: weerzien

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/təˈrɵxsin/
Afbrekingte·rug·zien

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) terugzie(ik) terugzag
(jij) terugziet(jij) terugzag
(hij) terugziet(hij) terugzag
(wij) terugzien(wij) terugzagen
(jullie) terugzien(jullie) terugzagen
(gij) terugziet(gij) terugzaagt
(zij) terugzien(zij) terugzagen
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) terugzie(dat ik) terugzage
(dat jij) terugzie(dat jij) terugzage
(dat hij) terugzie(dat hij) terugzage
(dat wij) terugzien(dat wij) terugzagen
(dat jullie) terugzien(dat jullie) terugzagen
(dat gij) terugziet(dat gij) terugzaget
(dat zij) terugzien(dat zij) terugzagen
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
terugziend, terugziende(hebben) teruggezien

Voorbeelden van gebruik

Ik hoop je terug te zien.
Wanneer wij elkaar terugzien, weet ik niet.
Ze hadden hem nooit meer teruggezien.
Zou je ze nog herkennen als je ze terugzag?
Ik hoop dat we u nog eens terug zullen zien.

Vertalingen

Duitswiedersehen
Engelssee again
Esperantorevidi
Fransrevoir
Portugeesrever
Saterfrieswiersjo