Informatie over het woord aartsbiskop (Westerlauwers Fries → Esperanto: ĉefepiskopo)

Afbrekingaarts·bis·kop
Woordsoortzelfstandig naamwoord

Vertalingen

Afrikaansaartsbiskop
Catalaansarquebisbe
Deensærkebiskop
DuitsErzbischof
Engelsarchbishop
Engels (Oudengels)arcebiscop; ærcebiscop
Esperantoĉefepiskopo; arkiepiskopo
Fransarchevêque
Grieksαρχιεπίσοπος
Italiaansarcivescovo
Latijnarchiepiscopus
Nederduitsaartsbiskop
Nederlandsaartsbisschop
Papiamentsarsobispu
Portugeesarcebispo
Russischархиепископ
SaterfriesÄrtsbiskop
Spaansarzobispo
Tsjechischarcibiskup
Zweedsärkebiskop