Information about the word aaneenblijven (Dutch → Esperanto: resti kune)

Part of speechverb
Pronunciation/aˈnemblɛi̯və(n)/
Hyphenationaan·een·blij·ven

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(hij) blijft aaneen(hij) bleef aaneen
(zij) blijven aaneen(zij) bleven aaneen
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat hij) aaneenblijve(dat hij) aaneenbleve
(dat zij) aaneenblijven(dat zij) aaneenbleven
Participles
Present participlePast participle
aaneenblijvend, aaneenblijvende(zijn) aaneengebleven

Translations

Englishstay connected; stay together
Esperantoresti kune