Informatie over het woord Abtei (Duits → Esperanto: abatejo)

Uitspraak/apˈtaɪ̯/
AfbrekingAb·tei
Woordsoortzelfstandig naamwoord
Geslachtvrouwelijk

Verbuiging

 EnkelvoudMeervoud
NominatiefAbteiAbteien
GenitiefAbteiAbteien
DatiefAbteiAbteien
AccusatiefAbteiAbteien

Vertalingen

Catalaansabadia
Deensabbedi; abeddi; klosterkirke
Engelsabbey
Esperantoabatejo
Faeröerskleystur
Finsluostari
Fransabbaye
Grieksαββαείο
Hongaarsapátság
Italiaansbadia
Latijnabbatia
Nederlandsabdij
Portugeesabadia
Russischаббатство
SaterfriesAbtäi
Spaansabadía
Tsjechischopatství
Westerlauwers Friesabdij
Zweedsabbotskloster