Informatie over het woord weren (Nederlands → Esperanto: repuŝi)

Synoniemen: terugdringen, verdringen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈʋeːrə(n)/
Afbrekingwe·ren

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) weer(ik) weerde
(jij) weert(jij) weerde
(hij) weert(hij) weerde
(wij) weren(wij) weerden
(jullie) weren(jullie) weerden
(gij) weert(gij) weerdet
(zij) weren(zij) weerden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) were(dat ik) weerde
(dat jij) were(dat jij) weerde
(dat hij) were(dat hij) weerde
(dat wij) weren(dat wij) weerden
(dat jullie) weren(dat jullie) weerden
(dat gij) weret(dat gij) weerdet
(dat zij) weren(dat zij) weerden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
weerweert
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
werend, werende(hebben) geweerd

Voorbeelden van gebruik

Mijn vader en Erland zijn al dagen aan het beraadslagen over de beste manier om de vreemdelingen te weren, mochten ze komen.

Vertalingen

Duitszurückdrängen
Engelsrepulse; repress
Esperantorepuŝi
Fransrejeter
Portugeesrepelir