Informatie over het woord verstoten (Nederlands → Esperanto: repudii)

Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) verstoot(ik) verstiet, verstootte
(jij) verstoot(jij) verstiet, verstootte
(hij) verstoot(hij) verstiet, verstootte
(wij) verstoten(wij) verstieten, verstootten
(jullie) verstoten(jullie) verstieten, verstootten
(gij) verstoot(gij) verstiet, verstoottet
(zij) verstoten(zij) verstieten, verstootten
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) verstote(dat ik) verstiete, verstootte
(dat jij) verstote(dat jij) verstiete, verstootte
(dat hij) verstote(dat hij) verstiete, verstootte
(dat wij) verstoten(dat wij) verstieten, verstootten
(dat jullie) verstoten(dat jullie) verstieten, verstootten
(dat gij) verstotet(dat gij) verstietet, verstoottet
(dat zij) verstoten(dat zij) verstieten, verstootten
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
verstootverstoot
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
verstotend, verstotende(hebben) verstoten

Vertalingen

Engelsrepudiate
Esperantorepudii; forpuŝi
Spaansrepudiar