Informatie over het woord terugzwemmen (Nederlands → Esperanto: renaĝi)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/təˈrɵxsʋɛmə(n)/
Afbrekingte·rug·zwem·men

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) zwem terug(ik) zwom terug
(jij) zwemt terug(jij) zwom terug
(hij) zwemt terug(hij) zwom terug
(wij) zwemmen terug(wij) zwommen terug
(jullie) zwemmen terug(jullie) zwommen terug
(gij) zwemt terug(gij) zwomt terug
(zij) zwemmen terug(zij) zwommen terug
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) terugzwemme(dat ik) terugzwomme
(dat jij) terugzwemme(dat jij) terugzwomme
(dat hij) terugzwemme(dat hij) terugzwomme
(dat wij) terugzwemmen(dat wij) terugzwommen
(dat jullie) terugzwemmen(dat jullie) terugzwommen
(dat gij) terugzwemmet(dat gij) terugzwommet
(dat zij) terugzwemmen(dat zij) terugzwommen
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
zwem terugzwemt terug
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
terugzwemmend, terugzwemmende(zijn) teruggezwommen

Voorbeelden van gebruik

Simon stond op, wachtte tot zij weer zou verschijnen en naar de boot zou terugzwemmen.

Vertalingen

Engelsswim back
Esperantorenaĝi