Informatie over het woord nabestellen (Nederlands → Esperanto: remendi)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈnabəstɛlə(n)/
Afbrekingna·be·stel·len

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) bestel na(ik) bestelde na
(jij) bestelt na(jij) bestelde na
(hij) bestelt na(hij) bestelde na
(wij) bestellen na(wij) bestelden na
(jullie) bestellen na(jullie) bestelden na
(gij) bestelt na(gij) besteldet na
(zij) bestellen na(zij) bestelden na
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) nabestelle(dat ik) nabestelde
(dat jij) nabestelle(dat jij) nabestelde
(dat hij) nabestelle(dat hij) nabestelde
(dat wij) nabestellen(dat wij) nabestelden
(dat jullie) nabestellen(dat jullie) nabestelden
(dat gij) nabestellet(dat gij) nabesteldet
(dat zij) nabestellen(dat zij) nabestelden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
bestel nabestelt na
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
nabestellend, nabestellende(hebben) nabesteld

Vertalingen

Engelsgive a repeat order for; order a fresh supply of
Esperantoremendi