Informatie over het woord rechtmaken (Nederlands → Esperanto: rektigi)

Synoniemen: rechtbuigen, rechten

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈrɛxtmakə(n)/
Afbrekingrecht·ma·ken

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) maak recht(ik) maakte recht
(jij) maakt recht(jij) maakte recht
(hij) maakt recht(hij) maakte recht
(wij) maken recht(wij) maakten recht
(jullie) maken recht(jullie) maakten recht
(gij) maakt recht(gij) maaktet recht
(zij) maken recht(zij) maakten recht
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) rechtmake(dat ik) rechtmaakte
(dat jij) rechtmake(dat jij) rechtmaakte
(dat hij) rechtmake(dat hij) rechtmaakte
(dat wij) rechtmaken(dat wij) rechtmaakten
(dat jullie) rechtmaken(dat jullie) rechtmaakten
(dat gij) rechtmaket(dat gij) rechtmaaktet
(dat zij) rechtmaken(dat zij) rechtmaakten
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
maak rechtmaakt recht
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
rechtmakend, rechtmakende(hebben) rechtgemaakt

Vertalingen

Engelsstraighten
Esperantorektigi
Fransrectifier