Synonyms: aantekenen, boeken, opnemen, inschrijven, vastleggen
Part of speech | verb |
---|
Pronunciation | /reɣiˈstreːrə(n)/ |
---|
Hyphenation | re·gi·stre·ren |
---|
Conjugation
Indicative mood |
---|
Present tense | Past tense |
---|
(ik) registreer | (ik) registreerde |
(jij) registreert | (jij) registreerde |
(hij) registreert | (hij) registreerde |
(wij) registreren | (wij) registreerden |
(jullie) registreren | (jullie) registreerden |
(gij) registreert | (gij) registreerdet |
(zij) registreren | (zij) registreerden |
Subjunctive mood |
---|
Present tense | Past tense |
---|
(dat ik) registrere | (dat ik) registreerde |
(dat jij) registrere | (dat jij) registreerde |
(dat hij) registrere | (dat hij) registreerde |
(dat wij) registreren | (dat wij) registreerden |
(dat jullie) registreren | (dat jullie) registreerden |
(dat gij) registreret | (dat gij) registreerdet |
(dat zij) registreren | (dat zij) registreerden |
Imperative mood |
---|
Singular/Plural | Plural |
---|
registreer | registreert |
Participles |
---|
Present participle | Past participle |
---|
registrerend, registrerende | (hebben) geregistreerd |
Rusland heeft het luchtruim gesloten voor alle vliegtuigen die in het Verenigd Koninkrijk staan geregistreerd.
Zijn gesprekken worden niet door de hotelcentrale geregistreerd.
Ook wordt hen aangeraden zich te registreren op de website van de Nederlandse ambassade in Bangladesj.
Waar staat de boot geregistreerd?