Informatie over het woord terugkaatsen (Nederlands → Esperanto: reflekti)

Synoniemen: reflecteren, spiegelen, weerkaatsen, weerspiegelen

Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) kaats terug(ik) kaatste terug
(jij) kaatst terug(jij) kaatste terug
(hij) kaatst terug(hij) kaatste terug
(wij) kaatsen terug(wij) kaatsten terug
(jullie) kaatsen terug(jullie) kaatsten terug
(gij) kaatst terug(gij) kaatstet terug
(zij) kaatsen terug(zij) kaatsten terug
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) terugkaatse(dat ik) terugkaatste
(dat jij) terugkaatse(dat jij) terugkaatste
(dat hij) terugkaatse(dat hij) terugkaatste
(dat wij) terugkaatsen(dat wij) terugkaatsten
(dat jullie) terugkaatsen(dat jullie) terugkaatsten
(dat gij) terugkaatset(dat gij) terugkaatstet
(dat zij) terugkaatsen(dat zij) terugkaatsten
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
kaats terugkaatst terug
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
terugkaatsend, terugkaatsende(hebben) teruggekaatst

Vertalingen

Afrikaansweerspieël
Catalaansreflectir
Deenskaste tilbage; reflektere
Duitsreflektieren; rückstrahlen
Engelsreflect
Esperantoreflekti
Fransréfléchir; refléter; renvoyer
Portugeesrefletir; reverberar
Saterfriesreflektierje; touräächstroalje
Spaansreflejar
Turksaksetmek