Informatie over het woord pareren (Nederlands → Esperanto: rebati)

Synoniemen: terugslaan, terugstoten

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/paˈreːrə(n)/
Afbrekingpa·re·ren

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) pareer(ik) pareerde
(jij) pareert(jij) pareerde
(hij) pareert(hij) pareerde
(wij) pareren(wij) pareerden
(jullie) pareren(jullie) pareerden
(gij) pareert(gij) pareerdet
(zij) pareren(zij) pareerden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) parere(dat ik) pareerde
(dat jij) parere(dat jij) pareerde
(dat hij) parere(dat hij) pareerde
(dat wij) pareren(dat wij) pareerden
(dat jullie) pareren(dat jullie) pareerden
(dat gij) pareret(dat gij) pareerdet
(dat zij) pareren(dat zij) pareerden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
pareerpareert
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
parerend, parerende(hebben) gepareerd

Voorbeelden van gebruik

Welke stoot hij ook pareerde, de anderen zouden hem dadelijk neerhouwen.

Vertalingen

Esperantorebati