Informatie over het woord vertellen (Nederlands → Esperanto: rakonti)

Synoniemen: debiteren, verhalen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/vərˈtɛlə(n)/
Afbrekingver·tel·len

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) vertel(ik) vertelde
(jij) vertelt(jij) vertelde
(hij) vertelt(hij) vertelde
(wij) vertellen(wij) vertelden
(jullie) vertellen(jullie) vertelden
(gij) vertelt(gij) verteldet
(zij) vertellen(zij) vertelden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) vertelle(dat ik) vertelde
(dat jij) vertelle(dat jij) vertelde
(dat hij) vertelle(dat hij) vertelde
(dat wij) vertellen(dat wij) vertelden
(dat jullie) vertellen(dat jullie) vertelden
(dat gij) vertellet(dat gij) verteldet
(dat zij) vertellen(dat zij) vertelden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
vertelvertelt
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
vertellend, vertellende(hebben) verteld

Voorbeelden van gebruik

De boer ging naar huis en vertelde alles aan zijn dochter.
U moet de burgemeester gaan vertellen dat hij dossier Q 527 pas over drie maanden krijgt.
Je hebt me al meer verteld dan ik wilde weten.
Vertelt u me eens wat over hem.
Aan het ontbijt had iedereen iets te vertellen.
Mag ik jullie eens een verhaal vertellen?
Als je verstandig bent, vertel je mij nu alles.
Stephens vertelde haar over de boeken die hij uit de flat van Tezlacodanal had gestolen.
Wie heeft je verteld dat het de Saint was?

Vertalingen

Afrikaansvertel
Catalaanscontar; narrar
Deensfortælle
Duitserzählen
Engelsnarrate; relate; tell
Esperantorakonti
Faeröersgreiða frá; siga frá
Finskertoa
Fransconter; raconter
Hongaarselmond
IJslandssegja; segja frá
Italiaansraccontare
Jamaicaans Creoolstel
Latijnnarrare
Nederduitsvertellen; vortellen
Noorsfortelle
Poolsopowiadać
Portugeescontar; descrever; narrar
Roemeensistorisi; nara; povesti
Saterfriesfertälle; tälle
Schotstell
Schots-Gaelischinnis
Spaanscontar; narrar
Srananfruteri
Thaisเล่า
Tsjechischpovídat; vyprávět; vypravovat
Turksanlatmak
Westerlauwers Friesferhelje; fertelle
Zweedsberätta