Informatie over het woord dringen (Nederlands → Esperanto: puŝi)

Synoniemen: douwen, duwen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈdrɪŋə(n)/
Afbrekingdrin·gen

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) dring(ik) drong
(jij) dringt(jij) drong
(hij) dringt(hij) drong
(wij) dringen(wij) drongen
(jullie) dringen(jullie) drongen
(gij) dringt(gij) drongt
(zij) dringen(zij) drongen
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) dringe(dat ik) dronge
(dat jij) dringe(dat jij) dronge
(dat hij) dringe(dat hij) dronge
(dat wij) dringen(dat wij) drongen
(dat jullie) dringen(dat jullie) drongen
(dat gij) dringet(dat gij) dronget
(dat zij) dringen(dat zij) drongen
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
dringdringt
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
dringend, dringende(hebben) gedrongen

Voorbeelden van gebruik

Een lange Australiër drong zich naar voren.

Vertalingen

Catalaansempènyer
Deensstøde
Duitsdringen; rücken; stoßen; treiben
Engelspush; thrust
Engels (Oudengels)scufan
Esperantopuŝi
Faeröersfíra; trýsta
Finstyöntää
Franspousser
Hawaiaanspahu
Italiaansspingere
Jiddischשטופּן
Latijnpellere
Maleisdorong … mendorong; desak … mendesak; dorong; mendorong; tolak
Noorsskyve; dytte
Papiamentspusha; stot
Poolspchać
Portugeesempurrar; impelir
Roemeensapăsa; împinge
Russischпихать; толкать
Saterfriesdrieuwe; rukje; steete; tringe
Schots-Gaelischbrùth
Spaansempujar
Srananpusu
Thaisจิ้ม; ผลัก; ดัน
Tsjechischtlačit
Westerlauwers Friesdúste; stjitte; triuwe; kringe
Zweedspuffa; stöta