Informatie over het woord rotten (Nederlands → Esperanto: putri)

Synoniemen: bederven, vergaan, verrotten

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈrɔtə(n)/
Afbrekingrot·ten

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) rot(ik) rotte
(jij) rot(jij) rotte
(hij) rot(hij) rotte
(wij) rotten(wij) rotten
(jullie) rotten(jullie) rotten
(gij) rot(gij) rottet
(zij) rotten(zij) rotten
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) rotte(dat ik) rotte
(dat jij) rotte(dat jij) rotte
(dat hij) rotte(dat hij) rotte
(dat wij) rotten(dat wij) rotten
(dat jullie) rotten(dat jullie) rotten
(dat gij) rottet(dat gij) rottet
(dat zij) rotten(dat zij) rotten
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
rotrot
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
rottend, rottende(hebben) gerot

Voorbeelden van gebruik

De lucht was zwaar van de stank van rottend hout en gebladerte.
Maar al die rottende oesters zullen wel verschrikkelijk stinken, is het niet?

Vertalingen

Catalaanspodrir‐se
Deensrådne
Duitsfaulen; verfaulen; vermodern; verwesen
Engelsputrefy; rot
Esperantoputri; putriĝi
Faeröersrotna
Finsmädätä
Franspourrir
IJslandsmorkna
Maleismemburuk
Papiamentsputri
Portugeesapodrecer; gorar
Saterfriesferfuulje; ferrootje; ferulmje; fuulje; mooderje; rootje; rotterje
Spaanscorromperse; podrirse
Swahili‐oza
Thaisเสีย
Westerlauwers Friesferrotsje; rotsje; bedjerre