Information about the word vegen (Dutch → Esperanto: purigi)

Synonyms: louteren, reinigen, zuiveren, kuisen, doen

Part of speechverb
Pronunciation/ˈveɣə(n)/
Hyphenationve·gen

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) veeg(ik) veegde
(jij) veegt(jij) veegde
(hij) veegt(hij) veegde
(wij) vegen(wij) veegden
(jullie) vegen(jullie) veegden
(gij) veegt(gij) veegdet
(zij) vegen(zij) veegden
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) vege(dat ik) veegde
(dat jij) vege(dat jij) veegde
(dat hij) vege(dat hij) veegde
(dat wij) vegen(dat wij) veegden
(dat jullie) vegen(dat jullie) veegden
(dat gij) veget(dat gij) veegdet
(dat zij) vegen(dat zij) veegden
Imperative mood
Singular/PluralPlural
veegveegt
Participles
Present participlePast participle
vegend, vegende(hebben) geveegd

Translations

Esperantopurigi