Informo pri la vorto reinigen (nederlanda → esperanto: purigi)

Sinonimoj: louteren, zuiveren, kuisen, doen

Vortspecoverbo
Prononco/ˈrɛi̯nəɣə(n)/
Dividorei·ni·gen

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) reinig(ik) reinigde
(jij) reinigt(jij) reinigde
(hij) reinigt(hij) reinigde
(wij) reinigen(wij) reinigden
(jullie) reinigen(jullie) reinigden
(gij) reinigt(gij) reinigdet
(zij) reinigen(zij) reinigden
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) reinige(dat ik) reinigde
(dat jij) reinige(dat jij) reinigde
(dat hij) reinige(dat hij) reinigde
(dat wij) reinigen(dat wij) reinigden
(dat jullie) reinigen(dat jullie) reinigden
(dat gij) reiniget(dat gij) reinigdet
(dat zij) reinigen(dat zij) reinigden
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
reinigreinigt
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
reinigend, reinigende(hebben) gereinigd

Tradukoj

anglaclean; cleanse; purge; purify
angla (malnovangla)clænsian
danagøre rent; rense
esperantopurigi
feroagera reint; reinsa
francaaffinier; purifier
germanasauber machen; säubern; reinigen
havajahoʻomaʻemaʻe
hispanaadelgazar; limpiar; purificar
hungaratisztít
islandahreinsa
italapulire
latinopurgare
malajamembersihkan
okcidenta frizonasuverje
papiamentolimpia; purifiká
polaczyścić
portugalaassear; limpar; purificar
rumanacurăța; face curat; purifica
surinamakrin
svedaluttra; rena; rengöra; rensa; sovra
tajaทำความสะอาด
turkaayıklamak