Synoniemen: fijnmaken, verpulveren
Vervoeging
Aantonende wijs |
---|
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
---|
(ik) verpoeder | (ik) verpoederde |
(jij) verpoedert | (jij) verpoederde |
(hij) verpoedert | (hij) verpoederde |
(wij) verpoederen | (wij) verpoederden |
(jullie) verpoederen | (jullie) verpoederden |
(gij) verpoedert | (gij) verpoederdet |
(zij) verpoederen | (zij) verpoederden |
Aanvoegende wijs |
---|
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
---|
(dat ik) verpoedere | (dat ik) verpoederde |
(dat jij) verpoedere | (dat jij) verpoederde |
(dat hij) verpoedere | (dat hij) verpoederde |
(dat wij) verpoederen | (dat wij) verpoederden |
(dat jullie) verpoederen | (dat jullie) verpoederden |
(dat gij) verpoederet | (dat gij) verpoederdet |
(dat zij) verpoederen | (dat zij) verpoederden |
Gebiedende wijs |
---|
Enkelvoud/Meervoud | Meervoud |
---|
verpoeder | verpoedert |
Deelwoorden |
---|
Tegenwoordig deelwoord | Verleden deelwoord |
---|
verpoederend, verpoederende | (hebben) verpoederd |