Informatie over het woord pudding (Nederlands → Esperanto: pudingo)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈpɵdɪŋ/
Afbrekingpud·ding
Geslachtmanlijk
Meervoudpuddingen, puddings

Voorbeelden van gebruik

Wil je nog een beetje pudding?
Na tien jaar in de ruimte zijn ze allemaal zo slap als een pudding geworden.

Vertalingen

Afrikaanspoeding
Deensbudding
DuitsPudding
Engelspudding
Esperantopudingo
Faeröersbudingur
Jamaicaans Creoolspudn
Noorspudding
Papiamentspudin
Portugeespudim
SaterfriesPudding
Spaansbudín; pudín
Zweedspudding