Informatie over het woord toezeggen (Nederlands → Esperanto: promesi)

Synoniemen: beloven, uitloven, verzeggen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈtuzɛɣə(n)/
Afbrekingtoe·zeg·gen

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) zeg toe(ik) zegde toe
(jij) zegt toe(jij) zegde toe
(hij) zegt toe(hij) zegde toe
(wij) zeggen toe(wij) zegden toe
(jullie) zeggen toe(jullie) zegden toe
(gij) zegt toe(gij) zegdet toe
(zij) zeggen toe(zij) zegden toe
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) toezegge(dat ik) toezegde
(dat jij) toezegge(dat jij) toezegde
(dat hij) toezegge(dat hij) toezegde
(dat wij) toezeggen(dat wij) toezegden
(dat jullie) toezeggen(dat jullie) toezegden
(dat gij) toezegget(dat gij) toezegdet
(dat zij) toezeggen(dat zij) toezegden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
zeg toezegt toe
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
toezeggend, toezeggende(hebben) toegezegd

Voorbeelden van gebruik

Tijdens gesprekken in de Russische badplaats Soči zegde president Putin zijn Witrussische collega een lening van 1,5 miljard dollar toe.

Vertalingen

Afrikaansbeloof; belowe
Catalaansprometre
Deenslove
Duitsgeloben; verheißen; versprechen; zusagen
Engelspromise
Engels (Oudengels)behatan
Esperantopromesi
Faeröerslova
Finsluvata
Fransassurer; promettre
IJslandslofa
Italiaanspromettere
Latijnpolliceri; promittere
Noorslove
Papiamentsprimintí
Poolsobiecywać
Portugeesprometer
Saterfriesferspreeke; toutälle
Spaansprometer
Srananpramisi
Thaisสัญญา
Tsjechischpřislíbit; slíbit
Zweedslova