Informatie over het woord Schiebetür (Duits → Esperanto: glitpordo)

Uitspraak/ˈʃiːbətyːr/
Woordsoortzelfstandig naamwoord
Geslachtvrouwelijk

Verbuiging

 EnkelvoudMeervoud
NominatiefSchiebetürSchiebetüren
GenitiefSchiebetürSchiebetüren
DatiefSchiebetürSchiebetüren
AccusatiefSchiebetürSchiebetüren

Voorbeelden van gebruik

Die Schiebetür zum anderen Raum stand offen.

Vertalingen

Esperantoglitpordo
Nederlandsschuifdeur