Informatie over het woord bevoorrechten (Nederlands → Esperanto: privilegii)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/bəˈvoːrɛxtə(n)/
Afbrekingbe·voor·rech·ten

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) bevoorrecht(ik) bevoorrechtte
(jij) bevoorrecht(jij) bevoorrechtte
(hij) bevoorrecht(hij) bevoorrechtte
(wij) bevoorrechten(wij) bevoorrechtten
(jullie) bevoorrechten(jullie) bevoorrechtten
(gij) bevoorrecht(gij) bevoorrechttet
(zij) bevoorrechten(zij) bevoorrechtten
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) bevoorrechte(dat ik) bevoorrechtte
(dat jij) bevoorrechte(dat jij) bevoorrechtte
(dat hij) bevoorrechte(dat hij) bevoorrechtte
(dat wij) bevoorrechten(dat wij) bevoorrechtten
(dat jullie) bevoorrechten(dat jullie) bevoorrechtten
(dat gij) bevoorrechtet(dat gij) bevoorrechttet
(dat zij) bevoorrechten(dat zij) bevoorrechtten
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
bevoorrechtbevoorrecht
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
bevoorrechtend, bevoorrechtende(hebben) bevoorrecht

Vertalingen

Engelsprivilege
Esperantoprivilegii
Spaansprivilegiar