Informatie over het woord uitfluiten (Nederlands → Esperanto: prifajfi)

Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) fluit uit(ik) floot uit
(jij) fluit uit(jij) floot uit
(hij) fluit uit(hij) floot uit
(wij) fluiten uit(wij) floten uit
(jullie) fluiten uit(jullie) floten uit
(gij) fluit uit(gij) floot uit
(zij) fluiten uit(zij) floten uit
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) uitfluite(dat ik) uitflote
(dat jij) uitfluite(dat jij) uitflote
(dat hij) uitfluite(dat hij) uitflote
(dat wij) uitfluiten(dat wij) uitfloten
(dat jullie) uitfluiten(dat jullie) uitfloten
(dat gij) uitfluitet(dat gij) uitflotet
(dat zij) uitfluiten(dat zij) uitfloten
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
fluit uitfluit uit
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
uitfluitend, uitfluitende(hebben) uitgefloten

Vertalingen

Duitsauspfeifen
Engelshiss down
Esperantoprifajfi
Portugeesapupar; vaiar