Informatie over het woord uitvragen (Nederlands → Esperanto: pridemandi)

Synoniemen: overhoren, uithoren

Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) vraag uit(ik) vraagde uit, vroeg uit
(jij) vraagt uit(jij) vraagde uit, vroeg uit
(hij) vraagt uit(hij) vraagde uit, vroeg uit
(wij) vragen uit(wij) vraagden uit, vroegen uit
(jullie) vragen uit(jullie) vraagden uit, vroegen uit
(gij) vraagt uit(gij) vraagdet uit, vroegt uit
(zij) vragen uit(zij) vraagden uit, vroegen uit
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) uitvrage(dat ik) uitvraagde, uitvroege
(dat jij) uitvrage(dat jij) uitvraagde, uitvroege
(dat hij) uitvrage(dat hij) uitvraagde, uitvroege
(dat wij) uitvragen(dat wij) uitvraagden, uitvroegen
(dat jullie) uitvragen(dat jullie) uitvraagden, uitvroegen
(dat gij) uitvraget(dat gij) uitvraagdet, uitvroeget
(dat zij) uitvragen(dat zij) uitvraagden, uitvroegen
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
vraag uitvraagt uit
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
uitvragend, uitvragende(hebben) uitgevraagd

Vertalingen

Duitsbefragen
Engelsquestion
Esperantopridemandi
Fransinterroger
Portugeesinterrogar
Saterfriesbefräigje