Synonyms: schragen, steunen, stutten, staan achter
Part of speech | verb |
---|
Pronunciation | /ˈɔndərˈstønə(n)/ |
---|
Hyphenation | on·der·steu·nen |
---|
Conjugation
Indicative mood |
---|
Present tense | Past tense |
---|
(ik) ondersteun | (ik) ondersteunde |
(jij) ondersteunt | (jij) ondersteunde |
(hij) ondersteunt | (hij) ondersteunde |
(wij) ondersteunen | (wij) ondersteunden |
(jullie) ondersteunen | (jullie) ondersteunden |
(gij) ondersteunt | (gij) ondersteundet |
(zij) ondersteunen | (zij) ondersteunden |
Subjunctive mood |
---|
Present tense | Past tense |
---|
(dat ik) ondersteune | (dat ik) ondersteunde |
(dat jij) ondersteune | (dat jij) ondersteunde |
(dat hij) ondersteune | (dat hij) ondersteunde |
(dat wij) ondersteunen | (dat wij) ondersteunden |
(dat jullie) ondersteunen | (dat jullie) ondersteunden |
(dat gij) ondersteunet | (dat gij) ondersteundet |
(dat zij) ondersteunen | (dat zij) ondersteunden |
Imperative mood |
---|
Singular/Plural | Plural |
---|
ondersteun | ondersteunt |
Participles |
---|
Present participle | Past participle |
---|
ondersteunend, ondersteunende | (hebben) ondersteund |
Hij ondersteunde de vrouw met een arm en keek snel om zich heen, op zoek naar een uitweg.
Verscheidene van de gewonden moesten bovendien worden ondersteund, wat natuurlijk niet bevorderlijk was voor het tempo.
Als Twango mijn nieuwe maatregelen niet ondersteunt, neem ik ontslag.