Information about the word prijzen (Dutch → Esperanto: prezmarki)

Part of speechverb
Pronunciation/ˈprɛi̯zə(n)/
Hyphenationprij·zen

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) prijs(ik) prijsde
(jij) prijst(jij) prijsde
(hij) prijst(hij) prijsde
(wij) prijzen(wij) prijsden
(jullie) prijzen(jullie) prijsden
(gij) prijst(gij) prijsdet
(zij) prijzen(zij) prijsden
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) prijze(dat ik) prijsde
(dat jij) prijze(dat jij) prijsde
(dat hij) prijze(dat hij) prijsde
(dat wij) prijzen(dat wij) prijsden
(dat jullie) prijzen(dat jullie) prijsden
(dat gij) prijzet(dat gij) prijsdet
(dat zij) prijzen(dat zij) prijsden
Imperative mood
Singular/PluralPlural
prijsprijst
Participles
Present participlePast participle
prijzend, prijzende(hebben) geprijsd

Usage samples

Misschien ook achten zij zich te laag geprijsd.

Translations

Englishprice
Esperantoprezmarki