Informatie over het woord betrachten (Nederlands → Esperanto: praktiki)

Synoniemen: beoefenen, in de praktijk brengen, uitoefenen, praktizeren, in praktijk brengen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/bəˈtrɑxtə(n)/
Afbrekingbe·trach·ten

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) betracht(ik) betrachtte
(jij) betracht(jij) betrachtte
(hij) betracht(hij) betrachtte
(wij) betrachten(wij) betrachtten
(jullie) betrachten(jullie) betrachtten
(gij) betracht(gij) betrachttet
(zij) betrachten(zij) betrachtten
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) betrachte(dat ik) betrachtte
(dat jij) betrachte(dat jij) betrachtte
(dat hij) betrachte(dat hij) betrachtte
(dat wij) betrachten(dat wij) betrachtten
(dat jullie) betrachten(dat jullie) betrachtten
(dat gij) betrachtet(dat gij) betrachttet
(dat zij) betrachten(dat zij) betrachtten
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
betrachtbetracht
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
betrachtend, betrachtende(hebben) betracht

Voorbeelden van gebruik

Doe mij thans het genoegen plaats te nemen en stilte te betrachten.
Ik zal spoed betrachten.
Zanzel, ik smeek je geduld te betrachten.
De mate van soberheid die ik zelf betracht, zou u verbazen.

Vertalingen

Afrikaansbeoefen; uitoefen
Deenspraktisere
Duitspraktizieren
Engelspractise
Esperantopraktiki
Franspratiquer
Italiaanspraticare
Maleismempelajari
Papiamentspraktiká
Portugeesexercer; praticar
Saterfriespraktizierje
Spaanspracticar
Tsjechischpraktikovat; provádět