Informatie over het woord nakijken (Nederlands → Esperanto: postrigardi)

Synoniem: naogen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈnakɛi̯kə(n)/
Afbrekingna·kij·ken

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) kijk na(ik) keek na
(jij) kijkt na(jij) keek na
(hij) kijkt na(hij) keek na
(wij) kijken na(wij) keken na
(jullie) kijken na(jullie) keken na
(gij) kijkt na(gij) keekt na
(zij) kijken na(zij) keken na
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) nakijke(dat ik) nakeke
(dat jij) nakijke(dat jij) nakeke
(dat hij) nakijke(dat hij) nakeke
(dat wij) nakijken(dat wij) nakeken
(dat jullie) nakijken(dat jullie) nakeken
(dat gij) nakijket(dat gij) nakeket
(dat zij) nakijken(dat zij) nakeken
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
kijk nakijkt na
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
nakijkend, nakijkende(hebben) nagekeken

Voorbeelden van gebruik

Hij tikte wat as af en keek peinzend een rookwolkje na.
Maar die stond bij de achterdeur de twee raven na te kijken, die in de schemering verdwenen.

Vertalingen

Engelslook after
Esperantopostrigardi