Informatie over het woord nahouden (Nederlands → Esperanto: postrestigi)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈnaɦɑu̯də(n)/, /ˈnaɦɑu̯ʋə(n)/
Afbrekingna·hou·den

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) hou na, houd na(ik) hield na
(jij) houdt na(jij) hield na
(hij) houdt na(hij) hield na
(wij) houden na(wij) hielden na
(jullie) houden na(jullie) hielden na
(gij) houdt na(gij) hieldt na
(zij) houden na(zij) hielden na
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) nahoude(dat ik) nahielde
(dat jij) nahoude(dat jij) nahielde
(dat hij) nahoude(dat hij) nahielde
(dat wij) nahouden(dat wij) nahielden
(dat jullie) nahouden(dat jullie) nahielden
(dat gij) nahoudet(dat gij) nahieldet
(dat zij) nahouden(dat zij) nahielden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
hou na, houd nahoudt na
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
nahoudend, nahoudende(hebben) nagehouden

Vertalingen

Engelskeep in
Esperantopostrestigi