Informatie over het woord stuiven (Nederlands → Esperanto: polvadi)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈstœʏ̯və(n)/
Afbrekingstuiven

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) stuif(ik) stoof
(jij) stuift(jij) stoof
(hij) stuift(hij) stoof
(wij) stuiven(wij) stoven
(jullie) stuiven(jullie) stoven
(gij) stuift(gij) stooft
(zij) stuiven(zij) stoven
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) stuive(dat ik) stove
(dat jij) stuive(dat jij) stove
(dat hij) stuive(dat hij) stove
(dat wij) stuiven(dat wij) stoven
(dat jullie) stuiven(dat jullie) stoven
(dat gij) stuivet(dat gij) stovet
(dat zij) stuiven(dat zij) stoven
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
stuifstuift
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
stuivend, stuivende(hebben) gestoven

Vertalingen

Esperantopolvadi
Westerlauwers Frieswiskje