Informatie over het woord huilen (Nederlands → Esperanto: plori)

Synoniemen: krijten, schreien, wenen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈɦœy̯lə(n)/
Afbrekinghui·len

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) huil(ik) huilde
(jij) huilt(jij) huilde
(hij) huilt(hij) huilde
(wij) huilen(wij) huilden
(jullie) huilen(jullie) huilden
(gij) huilt(gij) huildet
(zij) huilen(zij) huilden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) huile(dat ik) huilde
(dat jij) huile(dat jij) huilde
(dat hij) huile(dat hij) huilde
(dat wij) huilen(dat wij) huilden
(dat jullie) huilen(dat jullie) huilden
(dat gij) huilet(dat gij) huildet
(dat zij) huilen(dat zij) huilden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
huilhuilt
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
huilend, huilende(hebben) gehuild

Voorbeelden van gebruik

Ik huilde alleen maar omdat het afgelopen was.

Vertalingen

Catalaansplorar
Deensgræde
Duitsweinen
Engelscry; weep
Engels (Oudengels)wepan
Esperantoplori
Faeröersgráta
Finsitkeä
Franspleurer
IJslandsgráta
Italiaanspiangere
Jiddischװײן
Maleismenangis
Noorsgråte
Papiamentsyora
Poolspłakać
Portugeeschorar
Russischзаплакать; плакать
Saterfriesbläärje; drinsje; huulje; kriete; roorje; woupe
Spaansllorar
Sranankrey
Thaisร้องไห้
Tsjechischbrečet; plakat
Turksağlamak
Westerlauwers Friesgûle
Zweedsgrina; gråta