Ynformaasje oer it wurd aanwakkeren (Nederlânsk → Esperanto: plivigligi)

Synonimen: aanvuren, aanzetten, verlevendigen

Wurdsoartetiidwurd
Utspraak/ˈanʋɑkərən/
Ofbrekingaan·wak·ke·ren

Ferfoarming

Oantoanende foarm
NotiidDoetiid
(ik) wakker aan(ik) wakkerde aan
(jij) wakkert aan(jij) wakkerde aan
(hij) wakkert aan(hij) wakkerde aan
(wij) wakkeren aan(wij) wakkerden aan
(jullie) wakkeren aan(jullie) wakkerden aan
(gij) wakkert aan(gij) wakkerdet aan
(zij) wakkeren aan(zij) wakkerden aan
Oanfoegjende foarm
NotiidDoetiid
(dat ik) aanwakkere(dat ik) aanwakkerde
(dat jij) aanwakkere(dat jij) aanwakkerde
(dat hij) aanwakkere(dat hij) aanwakkerde
(dat wij) aanwakkeren(dat wij) aanwakkerden
(dat jullie) aanwakkeren(dat jullie) aanwakkerden
(dat gij) aanwakkeret(dat gij) aanwakkerdet
(dat zij) aanwakkeren(dat zij) aanwakkerden
hjittende foarm
Iental/MeartalMeartal
wakker aanwakkert aan
Mulwurden
NomulwurdDoemulwurd
aanwakkerend, aanwakkerende(hebben) aangewakkerd

Foarbylden fan gebrûk

Aanvankelijk had de brandweer het vuur onder controle, maar door een flinke wind is de brand weer aangewakkerd.

Oarsettingen

Dútskantreiben; anfeuern
Esperantoplivigligi
Fryskoanwakkereje
Ingelskfan; fire; stimulate; stir up
Sealterfryskandrieuwe; anfjuurje; ounreegje
Spaanskactivar; animar; incitar
Taiskชวน