Informatie over het woord uitleggen (Nederlands → Esperanto: plivastigi)

Synoniemen: oprekken, uitbreiden, verruimen, verwijden

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈœʏ̯tlɛɣə(n)/
Afbrekinguit·leg·gen

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) leg uit(ik) legde uit
(jij) legt uit(jij) legde uit
(hij) legt uit(hij) legde uit
(wij) leggen uit(wij) legden uit
(jullie) leggen uit(jullie) legden uit
(gij) legt uit(gij) legdet uit
(zij) leggen uit(zij) legden uit
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) uitlegge(dat ik) uitlegde
(dat jij) uitlegge(dat jij) uitlegde
(dat hij) uitlegge(dat hij) uitlegde
(dat wij) uitleggen(dat wij) uitlegden
(dat jullie) uitleggen(dat jullie) uitlegden
(dat gij) uitlegget(dat gij) uitlegdet
(dat zij) uitleggen(dat zij) uitlegden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
leg uitlegt uit
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
uitleggend, uitleggende(hebben) uitgelegd

Vertalingen

Afrikaansuitbrei
Engelsamplify
Esperantoplivastigi
Fransagrandir; amplifier
Hongaarsszélesít
Italiaansingrandire
Portugeesampliar; aumentar; desenvolver; estender
Westerlauwers Friesútwreidzje