Informatie over het woord aantrekken (Nederlands → Esperanto: plistreĉi)

Synoniem: strakker aantrekken

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈantrɛkə(n)/
Afbrekingaan·trek·ken

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) trek aan(ik) trok aan
(jij) trekt aan(jij) trok aan
(hij) trekt aan(hij) trok aan
(wij) trekken aan(wij) trokken aan
(jullie) trekken aan(jullie) trokken aan
(gij) trekt aan(gij) trokt aan
(zij) trekken aan(zij) trokken aan
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) aantrekke(dat ik) aantrokke
(dat jij) aantrekke(dat jij) aantrokke
(dat hij) aantrekke(dat hij) aantrokke
(dat wij) aantrekken(dat wij) aantrokken
(dat jullie) aantrekken(dat jullie) aantrokken
(dat gij) aantrekket(dat gij) aantrokket
(dat zij) aantrekken(dat zij) aantrokken
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
trek aantrekt aan
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
aantrekkend, aantrekkende(hebben) aangetrokken

Voorbeelden van gebruik

Arie trok de riem van zijn regenjas wat aan.

Vertalingen

Engelsdraw tighter; tighten
Esperantoplistreĉi