Informatie over het woord abdikeer (Afrikaans → Esperanto: abdiki)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/apdiˈkɪə̯r/
Afbrekingab·di·keer

Vervoeging

Tegenwoordige tijdVerleden tijd
abdikeer-
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
abdikerendegeabdikeer

Voorbeelden van gebruik

Sy is op 24 Julie gedwing om te abdikeer ten gunste van haar seun, Jakobus.

Vertalingen

Albaneesabdikoj
Catalaansabdicar; dimitir; renunciar
Duitsabdizieren; verzichten; sein Amt niederlegen; seine Würde niederlegen; abdanken
Engelsabdicate
Esperantoabdiki
Faeröerssiga valdið frá sær
Fransabdiquer; renoncer à; se démettre de
Grieksαπαρνούμαι; εγκαταλείπω; παραιτούμαι
Hongaarslemond
Italiaansabdicare
Latijnabdicare; abire
Luxemburgsofdanken
Nederlandsabdiceren; abdiqueren; troonsafstand doen
Papiamentsabdiká
Portugeesabdicar; demitir‐se
Russischотречься
Saterfriesabdizierje; outonkje
Spaansabdicar; dimitir
Zweedsabdikera