Information about the word verergeren (Dutch → Esperanto: plimalbonigi)

Synonyms: verslechteren, verslimmeren

Part of speechverb
Pronunciation/vəˈrɛrɣərə(n)/
Hyphenationver·er·ge·ren

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) vererger(ik) verergerde
(jij) verergert(jij) verergerde
(hij) verergert(hij) verergerde
(wij) verergeren(wij) verergerden
(jullie) verergeren(jullie) verergerden
(gij) verergert(gij) verergerdet
(zij) verergeren(zij) verergerden
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) verergere(dat ik) verergerde
(dat jij) verergere(dat jij) verergerde
(dat hij) verergere(dat hij) verergerde
(dat wij) verergeren(dat wij) verergerden
(dat jullie) verergeren(dat jullie) verergerden
(dat gij) verergeret(dat gij) verergerdet
(dat zij) verergeren(dat zij) verergerden
Imperative mood
Singular/PluralPlural
verergerverergert
Participles
Present participlePast participle
verergerend, verergerende(hebben) verergerd

Usage samples

De situatie werd verergerd door het beleid van de regering van de links‐populistische president Nicolás Maduro.

Translations

Albanianacaroj
Englishaggravate; compound
Esperantoplimalbonigi
Frenchaggraver
Germanverschlechtern; verschlimmern
Hungarianront
Latinacerbare
Saterland Frisianfersljuchterje