Informatie over het woord lengen (Nederlands → Esperanto: plilongiĝi)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈlɛŋə(n)/
Afbrekinglen·gen

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) leng(ik) lengde
(jij) lengt(jij) lengde
(hij) lengt(hij) lengde
(wij) lengen(wij) lengden
(jullie) lengen(jullie) lengden
(gij) lengt(gij) lengdet
(zij) lengen(zij) lengden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) lenge(dat ik) lengde
(dat jij) lenge(dat jij) lengde
(dat hij) lenge(dat hij) lengde
(dat wij) lengen(dat wij) lengden
(dat jullie) lengen(dat jullie) lengden
(dat gij) lenget(dat gij) lengdet
(dat zij) lengen(dat zij) lengden
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
lengend, lengende(zijn) gelengd

Voorbeelden van gebruik

De afname van de asdraaiing door getijdenwrijving doet de dagen lengen met een duizendste seconde per eeuw.

Vertalingen

Engelslengthen
Esperantoplilongiĝi; longiĝi
Fransse prolonger