Information about the word toenemen (Dutch → Esperanto: pligrandiĝi)

Synonyms: aangroeien, groeien, groter worden

Part of speechverb
Pronunciation/ˈtunemə(n)/
Hyphenationtoe·ne·men

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) neem toe(ik) nam toe
(jij) neemt toe(jij) nam toe
(hij) neemt toe(hij) nam toe
(wij) nemen toe(wij) namen toe
(jullie) nemen toe(jullie) namen toe
(gij) neemt toe(gij) naamt toe
(zij) nemen toe(zij) namen toe
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) toeneme(dat ik) toename
(dat jij) toeneme(dat jij) toename
(dat hij) toeneme(dat hij) toename
(dat wij) toenemen(dat wij) toenamen
(dat jullie) toenemen(dat jullie) toenamen
(dat gij) toenemet(dat gij) toenamet
(dat zij) toenemen(dat zij) toenamen
Participles
Present participlePast participle
toenemend, toenemende(zijn) toegenomen

Usage samples

Op het ogenblik dat ik dit schrijf, is het aantal bekende elementen juist toegenomen van 98 tot 99 en het zal zonder twijfel spoedig 100 bedragen.

Translations

Englishaugment; increase; grow
Esperantopligrandiĝi
Frenchaccroître; augmenter; grossir; s’accoître
Germangrößer werden; sich vergrößern
Hungariannő; nővekszik
Latinaccrescere
Polishzwiększyć się
Spanishaumentar