Informatie over het woord braten (Duits → Esperanto: friti)

Synoniemen: backen, fritieren

Uitspraak/ˈbraːtən/
Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ich) brate(ich) briet
(du) brätst(du) brietest, brietst
(er) brät(er) briet
(wir) braten(wir) brieten
(ihr) bratet(ihr) brietet
(sie) braten(sie) brieten
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ich) brate(ich) briete
(du) bratest(du) brietest
(er) brate(er) briete
(wir) braten(wir) brieten
(ihr) bratet(ihr) brietet
(sie) braten(sie) brieten
Gebiedende wijs
(du) brate
(ihr) bratet
braten Sie
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
bratend(haben) gebraten

Vertalingen

Catalaansfregir
Engelsfry
Esperantofriti
Faeröerssteikja
Fransfrire
Italiaansfriggere
Maleismenggoreng
Nederlandsbakken; fruiten
Papiamentshasa
Portugeesfrigir; fritar
Roemeensprăji
Saterfriesboake; bräide
Schotsfry
Spaansfreir
Tagalogmagpirito; ipirito
Thaisทอด
Westerlauwers Friesbakke