Informo pri la vorto klagen (nederlanda → esperanto: plendi)

Sinonimoj: zich beklagen, zijn beklag doen

Vortspecoverbo
Prononco/ˈklaɣə(n)/
Dividokla·gen

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) klaag(ik) klaagde
(jij) klaagt(jij) klaagde
(hij) klaagt(hij) klaagde
(wij) klagen(wij) klaagden
(jullie) klagen(jullie) klaagden
(gij) klaagt(gij) klaagdet
(zij) klagen(zij) klaagden
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) klage(dat ik) klaagde
(dat jij) klage(dat jij) klaagde
(dat hij) klage(dat hij) klaagde
(dat wij) klagen(dat wij) klaagden
(dat jullie) klagen(dat jullie) klaagden
(dat gij) klaget(dat gij) klaagdet
(dat zij) klagen(dat zij) klaagden
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
klaagklaagt
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
klagend, klagende(hebben) geklaagd

Uzekzemploj

„Vroeger,” vervolgde de ander klagend, „vroeger was alles beter.”
Ik klaag toch ook niet?
„Ik wil helemaal geen proef doen!” klaagde hij met zwakke stem.
„Vroeger was alles anders”, klaagde de kleinste, die Hiep Hieper genoemd werd.
„Ik geloof niet dat dit me goed doet, jonge vriend!” klaagde heer Bommel op een ochtend.

Tradukoj

afrikansokla
anglacomplain; lament; gripe
danaklage
esperantoplendi
feroagremja seg; harmast; kvarta
francaporter plainte; se plaindre
germanaklagen; sich beklagen; verklagen
hispanaquejarse
hungarapanaszkodik
italalagnarsi
katalunaplànyer‐se; queixar‐se; querellar‐se
okcidenta frizonakleie
papiamentokeha
polaskarżyć się
portugalalamentar‐se; lastimar‐se; queixar‐se
saterlanda frizonaferkloagje; kloagje; sik bekloagje
skota gaelagearain
svedaklaga
tajaบ่น
turkaşikayet etmek