Information du mot pijnboom (néerlandais → espéranto: pino)

Synonymes: den, denneboom, mastboom, pijn, greneboom

Parti du discourssubstantif
Prononciation/ˈpɛɪmbom/
Césurepijn·boom

Exemples d’usage

De zon verscheen boven de oostelijke heuvelkam en scheen neer op drie pijnbomen die hoog naast het pad oprezen.
Naar schatting 4000 hectare aan pijnbomen en andere begroeiing is verloren gegaan.
De tweede dag lag Baree met een volle maag in een bosje pijnbomen.
Zie je op de tweede bergrug die eenzame pijnboom?

Traductions

albanaispishë
allemandFöhre; Kiefer
anglaispine; pine‐tree
catalanpi
danoisfyr; fyrretræ
espagnolpino
espérantopino
féringienfura
finnoismänty
françaispin
frison occidentaldin; dinnebeam
frison saterlandFjuurenboom
galloispinwydden
grecπεύκο; πεύκη
hongroisfenyőfa; fenyő
islandaisfura
italienpino
latinpicea; pinus; taeda
luxembourgeoisKifer
norvégienfuru
polonaissosna
portugaispinheiro
roumainpin
russeсосна
suédoisfur; pinie; tall
tchèqueborovice; sosna
thaïต้นสน
turcçam