Information about the word periode (Dutch → Esperanto: periodo)

Synonyms: tijdvak, stratum

Part of speechcommon noun
Pronunciation/periˈjodə/
Hyphenationpe·ri·o·de
Genderfeminine
Pluralperioden, periodes

Usage samples

Zo zag het westen er in die periode uit.
Ik neem aan dat u mij in die periode op passende wijze voedsel en onderdak kunt verschaffen?
De periode 1900–1970 was voor de Nederlandse bomen een slechte tijd.
Hierna volgde een periode van inkeer.
Bond haatte deze periodes van windstilte.

Translations

Afrikaanstydperk; periode
Albanianafat
Catalanperíode
Danishperiode
Englishperiod; term
English (Old English)fierst
Esperantoperiodo
Frenchpériode
GermanPeriode
Papiamentoperiodo
Portugueseperíodo
Saterland FrisianPeriode
Spanishperiodo
Srananperiodi
Swedishperiod; skede
Thaiตอน