Information about the word verkrachten (Dutch → Esperanto: perforti)

Synonyms: forceren, geweld aandoen

Part of speechverb
Pronunciation/vərˈkrɑxtə(n)/
Hyphenationver·krach·ten

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) verkracht(ik) verkrachtte
(jij) verkracht(jij) verkrachtte
(hij) verkracht(hij) verkrachtte
(wij) verkrachten(wij) verkrachtten
(jullie) verkrachten(jullie) verkrachtten
(gij) verkracht(gij) verkrachttet
(zij) verkrachten(zij) verkrachtten
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) verkrachte(dat ik) verkrachtte
(dat jij) verkrachte(dat jij) verkrachtte
(dat hij) verkrachte(dat hij) verkrachtte
(dat wij) verkrachten(dat wij) verkrachtten
(dat jullie) verkrachten(dat jullie) verkrachtten
(dat gij) verkrachtet(dat gij) verkrachttet
(dat zij) verkrachten(dat zij) verkrachtten
Imperative mood
Singular/PluralPlural
verkrachtverkracht
Participles
Present participlePast participle
verkrachtend, verkrachtende(hebben) verkracht

Translations

Catalanforçar; violentar
Czechznásilnit
Englishviolate
Esperantoperforti
Faeroeseneyðtaka
Frenchvioler
Germanvergewaltigen; Gewalt antun
Portugueseviolentar
Saterland Frisianfergewaltigje
Spanishforzar; violentar
Thaiข่มขืน