Informatie over het woord doordríngen (Nederlands → Esperanto: penetri)

Synoniemen: binnendringen, doorstóten, dóórdringen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/dorˈdrɪŋə(n)/
Afbrekingdoor·drin·gen

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(hij) doordringt(hij) doordrong
(zij) doordringen(zij) doordrongen
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat hij) doordringe(dat hij) doordronge
(dat zij) doordringen(dat zij) doordrongen
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
doordringend, doordringende(hebben) doordrongen