Informatie over het woord ploeteren (Nederlands → Esperanto: penegadi)

Synoniemen: sappelen, tobben

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈplutərə(n)/
Afbrekingploe·te·ren

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) ploeter(ik) ploeterde
(jij) ploetert(jij) ploeterde
(hij) ploetert(hij) ploeterde
(wij) ploeteren(wij) ploeterden
(jullie) ploeteren(jullie) ploeterden
(gij) ploetert(gij) ploeterdet
(zij) ploeteren(zij) ploeterden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) ploetere(dat ik) ploeterde
(dat jij) ploetere(dat jij) ploeterde
(dat hij) ploetere(dat hij) ploeterde
(dat wij) ploeteren(dat wij) ploeterden
(dat jullie) ploeteren(dat jullie) ploeterden
(dat gij) ploeteret(dat gij) ploeterdet
(dat zij) ploeteren(dat zij) ploeterden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
ploeterploetert
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
ploeterend, ploeterende(hebben) geploeterd

Voorbeelden van gebruik

Trouwens, ik heb al vijf jaar hard geploeterd op die boerderij van me.
Maar ploeterend in de koninklijke stallen kon ik dergelijke theorieën niet in de praktijk brengen.

Vertalingen

Engelsgrind
Esperantopenegadi